sculpturen | |
vrij werk | |
grafmonumenten | |
urnen | |
monumenten/gedenkstenen | |
overige objecten | |
sculpturale lampen |
(1958) studeerde aan de Academie Artibus Theatervormgeving en autonoom. Na een aantal jaren te hebben gewerkt in de theater- en televisie-branche, begon ze met beeldhouwen. Na eerst in dienstverband werkt Roemer vanaf 1997 onafhankelijk. Ze kreeg opdrachten voor beeldhouwwerk, grafmonumenten, schalen en zonnewijzers, restauratiewerk, awards en een bronzen reliëf voor het crematorium in Winschoten. Daarnaast ook urnen, vrij beeldhouwwerk, portretten en de vier gedenktekens voor Pyramide van Austerlitz. Haar meest gebruikte materialen zijn steen en brons, soms gecombineerd met glas. Een uitgebreid CV vindt u hier
"Het spanningsveld tussen (er) zijn en (er) niet zijn, dat is in het kort gezegd waar het over gaat in mijn werk.
Preciezer gezegd: zichtbaar zijn of niet zichtbaar zijn. Want alles wat onzichtbaar is is er wel degelijk. Eigenlijk is alles er altijd. Maar hoe nemen we waar? En hoe beleven we onze waarneming, en ons idee daarover? In mijn werk wil ik het immateriële bestaan oproepen. Het immateriële manifesteert zich vaak in het materiële terwijl het dat niet ís. Het immateriële op roepen middels de materie lijkt een paradox. Het ongrijpbare middels het tastbare. Het vluchtige middels het starre. En heel specifiek: het abstracte idee van VERBINDING.
Want in de tussenruimte, het ogenschijnlijke niets, komen verbindingen tot stand.
Aanvankelijk hanteerde ik dit thema in concrete objecten (het ding zélf). Daarna vond een abstrahering plaats die ik nu nog verder wil uitdiepen. Ik wil a.h.w. de materie ontstijgen d.m.v. de materie.
In de stenen objecten van de laatste periode (Moln-1en 2, MIST, vanaf 2013), ontstaan uit een AiR-periode in Zweden, krijgt de tussenruimte, ofwel ‘het niets’ de belangrijkste rol; niet meer de buitenvorm van het beeld staat op de eerste plaats maar de opengewerkte kern. Het concrete object maakt plaats voor een absente vorm. In dit ’niets’ bevindt zich het ’alles’.
De hieruit volgende uitdaging is: de tussenruimte zélf vorm te geven. Binnen één beeld of tussen diverse objecten. Hoeveel materie is er nodig, met hoeveel afstand?
Tijdens deze AiR-periode in Zweden is de WOLK het symbool geworden voor alles wat mensen verbindt met elkaar. Letterlijk: het water (leven), figuurlijk: stromingen van gedachtegoed, dromen of idealen. Zichtbaar maar ongrijpbaar, altijd in verandering, in beweging.
Met dit WW-Cloud-project waar ik gestaag aan werk, wil ik verbondenheid laten zien door wolken van diverse vorm en materiaal op diverse plekken in de wereld neer te zetten. Meer dan de Wolken zélf, is de samenwerking om tot de uitvoer te komen het belangrijkste aspect van het project. Wolken zijn inmiddels gerealiseerd in Zweden (Mist of Lluskamaren), in Nederland (3), in Spanje en in India."